Wanneer de diagnose snel gesteld wordt, kan de pees soms nog direct teruggeplaatst worden op het bot. Vaak wordt dit gedaan met behulp van Mitek botankers.
Indien de pees te lang geleden (meer dan 72 uur) is afgescheurd, zijn er verschillende opties. De pees kan operatief worden verwijderd, de arts kan besluiten niets te doen, of er kan een peesreconstructie verricht worden. De arts zal met u bespreken wat de voor- en nadelen van deze opties zijn.
Een peesreconstructie is een intensief traject met veel handtherapie en minimaal twee operaties. Eerst moet er een tunneltje gemaakt worden voor de pees. Daarvoor wordt een 'spacer' gebruikt, een siliconen buisje dat op de oude plek van de pees wordt gelegd. Na acht tot twaalf weken volgt een tweede operatie waarbij een pees uit de arm of het been wordt getransplanteerd naar de vinger. Op die manier kunt u uw vinger weer buigen en strekken.
Om te voorkomen dat er verklevingen tussen de buigpezen ontstaan, is het belangrijk om meteen en op een verantwoorde manier met uw vinger te gaan oefenen onder begeleiding van een handtherapeut!
Tijdens ons spreekuur helpen wij patiënten meteen met handtherapie. Hiervoor werken we nauw samen met het handencentrum in de nabije omgeving. Vóór de ingreep krijgt u al uitleg over de therapie en kunt u de keuze maken of u therapie wilt volgen na de operatie. Handtherapie is een apart financieel traject en dit wordt door onze partners direct aan u of uw zorgverzekeraar gefactureerd.
Eerste periode (0-4 weken na de operatie)
Na de operatie wordt binnen vijf dagen een spalk gemaakt. Vanaf dit moment kunt u met de oefeningen beginnen.
De vinger is met de spalk verbonden door middel van een elastiek; dit elastiek is door middel van een haakje of een hechting aan de nagel verbonden. Door het elastiek wordt de vinger vanzelf gebogen.
In de eerste periode mag u de vinger nog niet zelf buigen, omdat de pees dan weer los kan raken. Wel is het van belang om de vinger in de spalkzelf te strekken, omdat bij het strekken de buigpezen juist ontspannen. Er wordt dan geen kracht op de pezen uitgeoefend.
In deze periode moet u de vinger ieder uur minimaal twintig keer tegen de milde weerstand van het elastiek strekken. Het is vooral belangrijk dat het tweede vingerkootje volledig gestrekt wordt. Als dit niet goed lukt dreigt dit gewricht stijf te worden in een buigstand, waardoor het gewricht niet meer volledig kan worden gestrekt.
Tweede periode (4-8 weken na de operatie)
Na ongeveer vier weken wordt het elastiek verwijderd en kunt u gaan beginnen om de vingeractief te buigen. De gehechte pees is echter nog niet zo sterk en de vinger mag nog niet met kracht worden gebogen.
In deze periode moet u ook weer elk uur blijven oefenen. Het maken van verschillende vuisten is een belangrijke oefening. U begint met het volledig strekken van de vingers en vanuit die stand buigt u de vingers naar de verschillende vuiststanden toe.
Later in deze periode kunnen de buigoefeningen worden uitgebreid. U moet proberen om elk vingerkootje afzonderlijk te buigen. Naast de oefeningen mag u langzaam maar zeker weer beginnen met het uitvoeren van uw normale dagelijkse bezigheden.
Derde periode (8-12 weken na de operatie)
Nu gaat het erom dat u de kracht in uw hand weer terug krijgt. U kunt oefenen met putty (een soort elastische knijpklei). Afhankelijk van uw werk, kunt u dit ook weer langzaam maar zeker gaan hervatten.