Het dragen van een polsbrace (spalk) gedurende de nacht heeft vaak een gunstig effect op de symptomen. Een injectie met corticosteroïden kan een vroege CTS genezen. Als de klachten niet verminderen door bovenstaande behandelingen of langer dan drie maanden bestaan, moet u geopereerd worden. Als dit niet gebeurt, kan de zenuw namelijk blijvende schade oplopen. De ervaring heeft geleerd, dat operatieve behandeling van CTS in meer dan 90% van de gevallen succesvol is.
De operatie
De ingreep vindt plaats in liggende positie met de arm opzij. De verpleegkundige doet een band (tourniquet) om uw onder- of bovenarm. U krijgt plaatselijke verdoving door middel van een injectie op de plaats van de snee in de huid. Als de verdoving is ingewerkt, wordt de band rond uw bovenarm opgeblazen. Hierdoor kan er gedurende de korte periode van de operatie (ongeveer tien minuten) geen bloed naar de hand stromen. Dit geeft beter zicht voor de chirurg.
Via een korte, ongeveer drie centimeter lange, snee in de huid wordt de dwarse polsband vrijgelegd en vervolgens in de lengterichting doorgesneden. Hierdoor wordt de tunnel wijder en krijgt de zenuw meer ruimte. De verpleegkundige laat de band om uw bovenarm hierna weer leeglopen. Dit herstelt de bloedsomloop en gaat vaak gepaard met een korte periode (enkele minuten) van prikkelingen in de hand. De huid wordt met enkele hechtingen gesloten. Daarna wordt de wond bedekt met een drukverband. De vingers kunt u vrij bewegen. Totale duur van de ingreep is ongeveer 15 minuten.
Bekijk de chirurgische bijsluiter van de NVPC
Resultaten
De ervaring heeft geleerd, dat operatieve behandeling van CTS in meer dan 90% van de gevallen succesvol is.
Tijdens uw traject bij Xpert Clinic, peilen wij voortdurend hoe het met u gaat. Zo brengen wij de effectiviteit van onze behandelingen in kaart. En ook of het herstel na uw behandeling volgens plan verloopt. Als het nodig is, wordt uw behandelplan op tijd aangepast zodat u zo mogelijk nog sneller herstelt en een nog beter resultaat bereikt.
Zo hebben wij aan meer dan 2000 carpaal tunnel patiënten gevraagd wat voor cijfer (tussen 1 - 100) zij aan hun pijn zouden geven, bij het belasten van hun pols. Door dit meerdere malen te meten, zowel vóór als ná hun Carpaal Tunnel Release behandeling, ontstaat er een indicatie van het resultaat van een carpaal tunnel release behandeling:
De eerste drie dagen na de operatie draagt u overdag een mitella. Het is belangrijk dat u de vingers gedurende deze periode regelmatig beweegt (strekken en buigen), om te voorkomen dat uw hand stijf wordt. 's Nachts hoeft u de mitella niet te dragen, u kunt uw arm dan op een kussen leggen. Tijdens het douchen kunt u de mitella even afdoen, maar zorg er wel voor dat het verband droog blijft.
Na drie dagen mag u zelf het drukverband verwijderen. Op de wond plakt u een pleister. Daarna kunt u de hand en pols weer voorzichtig in toenemende mate onbelast gebruiken.
In principe mag u de hand na twee weken weer normaal gebruiken. Of dat ook voor uw werk geldt, bespreekt u met de arts tijdens het consult na de operatie. Zeven tot twaalf dagen na de operatie wordt u namelijk terug verwacht voor wondcontrole en het verwijderen van de hechtingen indien deze niet oplosbaar zijn.
Na de operatie kunt u last hebben van een onaangenaam prikkelend gevoel (vooral 's nachts). In de meeste gevallen is dit snel (binnen enkele dagen) verdwenen. U kunt last hebben van een verminderd aanrakingsgevoel in de vingertoppen. Het kan drie tot zes maanden duren voor het gevoel helemaal terug is. Ook bestaat er na de operatie een tijdelijk verlies aan (knijp)kracht. Herstel hiervan duurt doorgaans twee tot drie maanden.