De ziekte van Kienböck (ook wel Lunatomalacie of Avasculaire necrose van het lunatum genoemd) is een aandoening van het maanvormig bot. Dit bot krijgt problemen met de bloedtoevoer, waardoor het uiteindelijk afsterft en inzakt.
Ik zoek niet snel een dokter op
Dhr. Van Oostrum (37): “Terugkijkend had ik al een aantal jaren lichte polsklachten. Maar een jaar geleden kreeg ik opeens veel pijn en ook last van krachtsverlies. Ik zoek niet snel een dokter op maar nu kon ik zelfs de richtingaanwijzer van de auto niet meer bedienen. De huisarts verwees me naar Xpert Clinics Hand- en polszorg en gelukkig kon ik daar heel snel terecht.
Kort van stof maar to the point
Dr. Moojen gaf niet meteen uitsluitsel maar regelde binnen 14 dagen een MRI scan. Daaruit bleek dat ik de ziekte van Kienböck heb. Eén van de botjes in de pols heeft dan geen doorbloeding en dat veroorzaakt de klachten. Dr. Moojen heeft duidelijk en helder verteld wat de keuzes waren. Er kon een bottransplantatie gedaan worden, maar de revalidatie zou dan langer duren en je hebt geen garantie dat het probleem verholpen is. De tweede optie was een proximale rij carpectomie (PRC), waarbij de eerste drie botjes in de pols verwijderd worden. Daarna volgt ook revalidatie maar dan is het probleem wel voorgoed verholpen. Dr. Moojen heeft uitgelegd wat de voor- en nadelen waren. Op basis daarvan kon ik zelf een keuze maken en de beste optie leek mij de PRC.
Ik ben zelf ondernemer, ik hou van niet teveel woorden en wil gewoon snel de goede kant op gaan. Dr. Moojen is precies zo: kort van stof maar to the point. Hij zegt niet meer dan nodig is, daar hou ik van. Hij wist precies waar hij het over had en was heel zeker van zijn zaak. Dat gaf mij een goed gevoel.
De pijn is verdwenen en mijn kracht heb ik toch al weer 80% terug
Een botoperatie is pijnlijk, zo heb ik ondervonden. Voor de ingreep ben ik al begonnen met pijnstilling maar de eerste week heb ik toch behoorlijk veel last gehad. Na een week had ik al een afspraak bij de handtherapeut om wat kleine vingerbewegingen te doen. Toen de hechtingen eruit waren ben ik meteen begonnen met oefenen en dat heeft echt het hersteltraject versneld. Het litteken is keurig netjes hersteld, alles is soepel en dat bevordert ook de beweging.
Natuurlijk: mijn pols wordt nooit meer zoals het was. Maar er is goed mee te leven. De pijn is verdwenen en mijn kracht heb ik toch al weer 80% terug. Als persoon heb ik wel echt het roer om moeten gooien. Ik ben zelfstandig ondernemer en heb een bedrijf in grondwerk, straatwerk en tuinaanleg. Ik was altijd zelf op de werkvloer bezig maar dat brengt risico’s met zich mee die ik niet wil opzoeken. Dan moet je je gezonde Hollandse verstand gebruiken: er moest iets veranderen. Ik heb de werkvloer los moeten laten en ben me meer gaan richten op aansturen, werk binnenhalen en opdrachten geven. Zo kunnen we met ons bedrijf op een nieuwe toer verder.
Een aantal keren heb ik toch wat werk opgepakt en dan voel ik een signaal in mijn pols, een teken dat ik te ver ga. Ik ben me er terdege van bewust dat als ik door zou gaan, ik over tien jaar aan de beurt ben voor een prothese.
Ik ben enorm blij dat ik niet in het ziekenhuis terecht ben gekomen, maar via de huisarts direct naar dr. Moojen kon. Dat beetje geluk heb ik nog wel gehad…”