De ziekte van Kienböck (ook wel Lunatomalacie of Avasculaire necrose van het lunatum genoemd) is een aandoening van het maanvormig bot. Dit bot krijgt problemen met de bloedtoevoer, waardoor het uiteindelijk afsterft en inzakt.
Drie jaar geleden kreeg ik pijn aan mijn pols
Mevrouw Holsgens (23): “Drie jaar geleden kreeg ik pijn aan mijn pols. De huisarts dacht dat het overbelasting was en stuurde me naar huis. Maar de pijn bleef. Op een gegeven moment heb ik gevraagd om een verwijzing voor het ziekenhuis. Daar werd een echo en röntgenfoto’s gemaakt. Het zou even duren voordat ik de uitslag had, maar al snel werd ik gebeld: ik moest met spoed naar het ziekenhuis komen. Ik bleek de ziekte van Kienboeck te hebben, een aandoening waarbij het maanvormig bot geen bloedtoevoer meer krijgt en daardoor afsterft. Ik werd direct naar een ander ziekenhuis gestuurd waar ik geopereerd ben om de doorbloeding weer op gang te krijgen. Helaas zonder resultaat. De behandeld arts zei toen dat er niet veel artsen waren die mij nog konden helpen. Ik kon voor een behandeling naar Australië, óf naar drs. Reinier Feitz bij Xpert Clinics Hand- en polszorg in Hilversum.
Het resultaat was ongelooflijk
Drs. Feitz heeft een nieuw botje van carbon in mijn pols geplaatst om het aangetaste bot te vervangen. Het resultaat was ongelooflijk: de volgende ochtend stond ik alweer sinaasappels uit te persen en twee weken later kon ik weer aan het werk! Bij de eerste operatie was ik onder narcose geweest en alleen daarvan ben ik 5 tot 6 weken uit de running geweest. Nu had ik een plaatselijke verdoving en nergens last van. Voor de handtherapie kon ik een handtherapeut in de buurt terecht. Ik ben in februari geopereerd en in de zomer kon ik al stoppen met de therapie. Ik was er heel snel bovenop.
Ik kan er zo prima mee leven
De beweging in mijn hand komt nooit meer helemaal terug, maar ik kan er zo prima mee leven. Alleen met sporten of poetsen is het soms wat lastig. Ik heb alleen nog pijn als ik mijn hand te veel belast.
De oorzaak van de ziekte van Kienboeck is onduidelijk en de kans dat het terugkomt is klein. Ik blijf wel onder controle, maar hoef pas over 3 jaar weer terug te komen.”